Dick Collins, zoon van een ambassadeur van de Verenigde Staten in Peru, maakt met zijn leraar en drie vrienden een tocht naar Cuzso, de oude hoofdstad van het Inca-rijk. De inca's bezaten machtige bouwwerken en de ruïnes daarvan zijn in Cuzso nog te bezichtigen. Dick zakt opeens weg in een gat van de ruïne die verborgen lag onder de struiken en hij komt terecht in een gang. Na een moeilijke onderaardse tocht komt hij bij enkele mysterieuze Inca's terecht, die hem gedwongen opnemen in hun gemeenschap. De Inca's willen namelijk niet dat Dick hun bestaan, hun godsdienstige gebruiken en de plek van hun schatten aan de blanken verraadt. Tenslotte weet hij te ontsnappen met de hulp van de blanke schoondochter van het Inca-opperhoofd.