Meneer Bos, leider van een houtexploitatie, wordt naar een afgelegen moerasrijke streek uitgezonden om daar in de bossen een nieuwe exploitatie op te zetten. Hij wordt vergezeld door Kodjo, de jongen die bij hem in dienst is en nog een aantal andere medewerkers. De mannen worden tijdens hun werk voortdurend lastig gevallen door een aantal onbetrouwbare mannen, die op enkele uren varen van hun kamp wonen. Ook proberen de mannen Kodjo met opruiende verhalen, op te zetten tegen de blanken. De ontmoeting met een vliegenier en veel andere geheimzinnige gebeurtenissen in het oerwoud leiden tenslotte tot de ontdekking van een smokkelaffaire. Daarbij werden wapens uit Cuba naar Suriname gesmokkeld voor rebellen in de nabijgelegen stad Demerara.