Minkapoes is erg verdrietig als haar pasgeboren jongen bij haar worden weggehaald. Als ze een naakt en hulpeloos diertje vindt, besluit ze deze te voeden en te verzorgen. Minkapoes heeft in het begin niet door dat Piew, zoals zij het diertje noemt, een egel is. Wel is ze verbaasd dat hij niet in bomen kan klimmen, maar wel een veldmuis goed weet te verschalken. Piew staat al snel op eigen benen en Minkapoes trekt zich langzaam terug. De jonge egel geniet van het leven. Hij vindt een heerlijke tuin vol warme slaapplekjes voor overdag. De tuin is van Daantjes opa en in de zomervakantie komt Daan bij Opa logeren. Daan is een jongetje dat stottert en gauw driftig is, maar door de ontdekking van het egeltje wordt hij een stuk rustiger en stottert hij ook minder. Maar als Piew op een dag wordt aangevallen door een hond, gaat het weer mis. In zijn woede slaat Daan de hond met de riem. Zijn opa bedaart hem en brengt hem later weer in contact met Rinus, het baasje van de hond. Daan blijft echter verdrietig, omdat Piew na het incident zich niet meer heeft laten zien. Maar op een nacht is Piew opeens weer in de tuin. Daan is zo blij, dat hij zonder stotteren tegen Piew begint te praten. En als hij later zijn opa over de terugkeer van Piew vertelt, gaat dat ook zonder stotteren.