Bea Langeveld werkt als apothekersassistente in de apotheek Roelvink. Op een dag doet Miklós Potpesan zijn intrede in de apotheek. Hij is een Hongaar, die na een opstand in zijn land, als vluchteling naar Nederland is gekomen en nu bezig is zijn studie als apotheker af te maken. Een verplichte stage brengt hem in de apotheek Roelvink en zo raakt hij in contact met Bea, die in hem meer dan een goede collega gaat zien. Terwijl Bea haar grote liefde beleeft, gaat het leven van alle dag gewoon verder: de omgang met collega's, gebeurtenissen in de familiekring, vakantie en korfballen. Miklós is daarbij vaak op de achtergrond aanwezig, maar als hij zijn studie afsluit en naar Zwitserland vertrekt stort het wereldje van Bea in. Alleen met zichzelf en haar verdriet, ervaart ze het dagelijkse bestaan als een grote, zonloze sleur. Om die impasse te doorbreken halen de ouders van Bea haar over om mee te gaan op vakantie naar Merano in Italië. Meer om haar ouders een plezier te doen, stemt ze in. Onverwacht komt Bea al tijdens de eerste dagen van haar verblijf in Merano, Miklós tegen, die daar is voor een apothekerscongres. Miklós blijkt te gaan trouwen met een Hongaars meisje, dat hij in Basel heeft ontmoet. Voor Bea komt dit als een schok, maar ze weet nu wel waar ze aan toe is en welke richting ze de komende tijd zal inslaan.