Indochina, 1951. Tonkin en het noorden van Annam zijn bevrijd door de Vietminh. In het zuiden vechten de Franse kolonisatoren een gemene strijd om het corrupte bewind in Saigon in het zadel te houden. Het begon voor Ruben met een droom over raadselachtige betekenissen van drijvende bamboe vlechtwerkjes. Hij was van Javaans-Nederlandse afkomst en studeerde Volkenkunde in Leiden. We treffen hem aan in Nha Trang, een Annamees havenplaatsje waar hij debarkeert van een Franse pakketboot, op zoek naar een klooster dat volgens zijn droom ergens in de bergen van Annam moest zijn. Het was niet de enige reden van zijn queeste: hij had een kist geërfd met een ongewone inhoud. Bij de kist hoorde een manuscript - in zijn handen gespeeld door een oude bibliothecaris - van een familielid, die de oorlog niet had overleefd. Daarin vermeldde deze ook een klooster, van de onbekende orde van Zong. Een Chinees woord, naar hij later zou uitvinden, maar de orde scheen Japans te zijn... Hij engageert in Nha Trang een jongen, die zijn gids zal zijn. Niet alleen dat: de jongen heeft een oma en een moeder... familie. Ruben gaat op in het Annamese leven, trekt door wouden en bergen met Nguyen en later ook met Yen, ze reizen met smokkelschepen, oude jonken en rammelende kustvaarders van Noord naar Zuid en weer terug, door een verscheurd land in oorlog. Bron: Flaptekst, uitgeversinformatie
Bekijk voorbeeld (pdf)
-
Onderwerpen
-
Nederlandse literatuur
|
Literaire roman, novelle
|
Fictie over de Vietnamoorlog
-
Taal
-
Nederlands
Meer informatie
-
Uitgever
-
een uitgave van Artscience, [Amsterdam]
-
Verschenen
-
2023
-
ISBN
-
9789492079855
-
Aantal pagina's
-
204
-
Omvang
-
0,7 MB
-
Kenmerken
-
PDF
-
Aantekening
-
Betekenisvolle vlechtwerkjes van bamboe vezels, verticaal hangend in het rustig stromende water onder gegraveerde bamboe drijvers, glijden een tempel binnen. Een Aziatische tempel. Monniken wijden hun leven aan het samenvoegen van de stroom drijvende symbolen tot betekenissen die misschien begrepen kunnen worden. De beelden en betekenissen kwamen Ruben, staande aan de reling, even helder voor als toen hij ze gedroomd had. Hier, in dit land dat hij binnen enkele uren zou betreden, zou het zich afgespeeld hebben. Ooit, of misschien nog wel. Want zijn droom was bevestigd – min of meer – door wat er op te maken viel uit het manuscript, dat hij in zijn rugzak bij zich droeg; dat hem in handen was gespeeld kort nadat hij de droom had. En sterker nog, door... nee, daar durfde hij niet verder over te denken. Hij probeerde de geur van het land op te snuiven, maar zodra hij er zijn aandacht op focuste was de beleving verdwenen. Hij rook vooral zee. De antieke, ondanks haar ouderdom comfortabele pakketboot Béthune voer langzaam de baai van Nha Trang binnen. Het gaf een gevoel dat iets vertrouwds ten einde raakte. Het voelde kaal vaarwel te moeten zeggen tegen de routine en het comfort aan boord. Het schip, de bemanning en de bedienden zouden verder varen; hij moest hier van boord, dat was zo afgesproken op zijn ticket; het was als een geboorte: van de omhulling van schip en bediening naar een ongewisse toekomst.