Als de nacht in een warm bed begint, verwacht men daar over het algemeen ook wakker te worden. Het was dan ook een vreemde gewaarwording dat ontwaken gepaard ging met scherpe stenen in zijn rug. Er was geen bed. Er was geen dak. Hoe had het zachte bed plaatsgemaakt voor de stenen die zijn handen, billen en benen teisterden? Na zijn scheiding vertrekt Matías naar zijn tijdelijke woning in Spanje, zijn land van herkomst. Als hij op een nacht een kasteel op een heuvel binnen strompelt, maar 's ochtends in een ruïne wakker wordt, wijt hij het aan dronken dromen. Al snel komt hij in contact met zijn buurvrouw Florence. Matías vindt rust in haar aanwezigheid, maar kan er niet aan voorbij dat er in het dorp over Florence, haar drankverslaving en haar dochtertje wordt geroddeld. Hoewel hij het idee heeft dat men hem niet alles vertelt, blijft hij terugkeren naar haar appartement. Het is de enige plek waar hij niet continue dat vreemde gefluister hoort ... Bron: Flaptekst, uitgeversinformatie