Zijn leven lang verdiepte Janwillem van de Wetering (bekend van de politieromans over Grijpstra en De Gier) zich in het zenboeddhisme. Hij schreef er ook een veelgeprezen en in het Engels vertaalde autobiografische trilogie over. “Het dagende niets” is het tweede deel van de trilogie, en vertelt over zijn verblijf in een Amerikaanse zen-klooster. Het verhaal start met een conflict. In Amerika stoot Van de Wetering op Peter, de erfgenaam van de oude meesters, met wie hij in Japan (zie deel 1, “De lege spiegel”) een slechte ervaring had. Niettemin laat hij zich overtuigen om met Peter in contact te blijven en belandt zelfs in diens Zen-gemeenschap. Meer dan ooit zet Van de Wetering in op humor: zelden is een doodernstige zoektocht naar innerlijke onthechting zo hilarisch opgeschreven. Bron: Flaptekst, uitgeversinformatie
Meer informatie
Je leent dit e-book bij de online Bibliotheek.