Dit boek gaat over de invloed van oosters (filosofisch) denken op het westen en omgekeerd. De aandacht gaat dan vooral uit naar denken over filosofische levensvragen. Begonnen wordt met een beknopte uiteenzetting van de hoofdstromen van denken in India, China en het westen. Vervolgens worden verschillen en overeenkomsten tussen filosofische benaderingen in oost en west beschreven. De ontmoeting van oosters en westers denken begint al vroeg en de wederzijdse beïnvloeding is groter dan vaak wordt gedacht en groeit alleen maar. Denk alleen maar aan de belangstelling voor yoga, meditatie, mindfulness. Interessant is ook de vraag of diepgewortelde oosterse dan wel westerse denktradities hun sporen achterlaten in de manier waarop westerlingen en oosterlingen van nu denken, waarnemen of handelen. Oost en west zijn steeds meer op elkaar aangewezen. Oost en west kennen van oudsher velerlei filosofische benaderingen en kennisname van elkaars gedachtegoed kan leiden tot verbreding van de eigen horizon, kan uitnodigen eigen denkbeelden uit te dagen, kan uitmonden in hernieuwde inzichten. Tegenspraak en samenspraak vormen daarbij een tweeling. Wil van Esch (1946) studeerde M.O. Duits en daarna sociologie/culturele antropologie aan de Universiteit van Amsterdam. Hij werkte als beleidsonderzoeker, waarbij ongelijkheid van onderwijs en de rol van beroepsonderwijs (vmbo, mbo, hbo) daarbij een rode draad vormde. Tijdens zijn studie volgde hij filosofie bij Hans Achterhuis. Zijn belangstelling voor filosofie verdiepte zich door de jaren heen. In toenemende mate raakte hij doordrongen van het belang en de betekenis van het oosters gedachtegoed. Bron: Flaptekst, uitgeversinformatie