Hans de Geus kon geen hypotheek krijgen voor de bovenwoning die hij in Amsterdam wilde kopen. Hij kreeg wel een lening voor de aankoop van een paar appartementen die hij wilde verhuren op de vrije markt. Dat zette hem aan het denken over de oorzaken en gevolgen van de woningnood in Nederland. Wonen is een grondrecht, maar wonen is onbetaalbaar geworden. De torenhoge huizenprijzen maken het starters en jongeren onmogelijk een huis te kopen. Tenzij ze een beroep kunnen doen op ouders die bemiddeld genoeg zijn om een gift of lening te verstrekken, en hun kinderen straks de dure afbetaalde woning en steeds vaker ook hun beleggingswoningen kunnen nalaten. De pechvogels zijn aangewezen op hoge vrijesectorhuren die een steeds groter deel van het toch al zo onzekere inkomen opslokken. Ze lijden aan woonarmoede en met zijn allen lijden we aan ongelijkheid met alle gevaren voor de samenleving van dien. En dat allemaal omdat in de jaren '80 de marktwerking zonder regulering in de mode raakte en de gehele Nederlandse economie op haar kop zette. Aan de hand van zijn eigen ervaringen bespreekt Hans de Geus in Hoe ik een huisjesmelker werd de woningmarkt. Hij analyseert op heldere wijze waar het mis is gegaan en wat de economische en maatschappelijke gevolgen zijn. Bron: Flaptekst, uitgeversinformatie
Je leent dit e-book bij de online Bibliotheek.
Versies
-
Vijfde, herziene druk
-
Hoe ik toch huisjesmelker werd
-
Tweede druk