Vincent van Gogh schilderde zeven versies van zijn Zonnebloemen. Gaf hij een achtste mee aan zijn broer Cornelis? In het jaar dat Vincent zijn zonnebloemenserie schildert vertrekt zijn broer Cornelis naar Zuid-Afrika. In Pretoria maken Cor en de zusjes Niesje en Geesje Kwak - model voor de kimonoschilderijen van Breitner - kennis met entomoloog Jacobus Swierstra. Allen hopen in Zuid-Afrika een betere toekomst te vinden. Maar dan breekt de oorlog uit. Cor geeft zijn huisraad in bewaring bij het museum waar Jacobus werkt. Vele jaren later keert Aafke, de dochter van Niesje, terug naar Zuid- Afrika om voor haar zieke vader te zorgen. Ze gaat op zoek naar het schilderij dat vroeger in het ouderlijk huis hing: de vaas met zonnebloemen. Het is haar belangrijkste en dierbaarste herinnering aan haar overleden moeder. 'Ik kijk naar het schilderij. Een explosie van licht. Drie kleuren geel. Met op de achtergrond Pruisisch blauw. Ik herinner me weer alles: de lijnolie-geur van vers gemengde verf, het geluid van de kwastharen over het canvas, schurend bij weinig verf, lispelend bij meer.' Het verhaal speelt zich af tegen de achtergrond van de grote emigratiegolf naar Zuid-Afrika aan het einde van de 19e eeuw, afgewisseld met de jaren vijftig. Het leest als een liefdesbrief over vriendschap en verlies, over de kracht van herinneringen, over de kunst om gelukkig te leven. Bron: Flaptekst, uitgeversinformatie
Meer informatie
Je leent dit e-book bij de online Bibliotheek.