Stephen Hawking was een van de invloedrijkste natuurkundigen van onze tijd. Hij veroverde een plek in de harten van miljoenen mensen. In dit boek haalt zijn vriend Leonard Mlodinow herinneringen op aan de bijna twee decennia waarin hij met Hawking samenwerkte. Dat levert een uniek en bijzonder persoonlijk portret op van een van de meest iconische figuren uit de wetenschap. We ontmoeten het genie Hawking: een man die met zijn geest de mysteries van het heelal probeert te ontrafelen. Een briljant natuurkundige wiens baanbrekende theorie over zwarte gaten de kosmologie op z’n kop zet. We ontmoeten de collega Hawking: een man die door zijn ziekte uiteindelijk nog maar met zes woorden per minuut kan communiceren, maar die altijd de moeite neemt om dat te doen met humor. Tot slot ontmoeten we de vriend Hawking: een man wiens frons, glimlach of opgetrokken wenkbrauw boekdelen spreekt. Mlodinow laat ons kennismaken met een Hawking die geniet van wijn en curry, die zijn gevoelens deelt over liefde, dood en invaliditeit, en die worstelt met grote vragen uit de filosofie en de natuurkunde. Mlodinow schetst Hawkings toewijding aan zijn werk, maar vertelt ook hoe hij spontaan gaat punteren op de rivier de Cam of uitdagend urineert in de heg bij een restaurant dat geen gehandicaptentoilet heeft. Dit bijzonder emotionele verslag van een vriendschap gaat niet alleen over interessante natuurkunde, maar ook over het leven en over het vermogen van de mens om ontmoedigende obstakels te overwinnen. Bron: Flaptekst, uitgeversinformatie