Dit is het verhaal van een jongen die opgroeit in een dorp in de veenkoloniën van oost-Groningen. Ofschoon de tweede wereldoorlog al enkele jaren voorbij is wordt hij zo nu en dan toch aan die tijd herinnerd. Als boerenzoon is hij min of meer voorbestemd om in de voetsporen van zijn vader te treden. Aanvankelijk doet hij dat zo nu en dan letterlijk, maar na verloop van tijd krijgt hij ook andere interesses. Samen met zijn buurjongen en vriend Bert luistert hij naar de verhalen die vader Staalman opdist en waarvan ze nooit zeker weten of ze waar gebeurd zijn. Waren zijn voorouders van adel en was zijn over-over-over-over opa inderdaad ridder? Dan komen ze op een wondere manier in contact met een kluizenaar. Mede daardoor neemt hun leven weer een hele andere loop. Bron: Flaptekst, uitgeversinformatie