Andreas Braam groeit op in een katholiek boerengezin en woont in de landelijke omgeving van het dorp Hedel. Hij kent een gelukkige jeugd waarin hij zijn peetoom Christiaan adoreert, iemand die veel gereisd heeft en regelmatig spannende verhalen verteld over zijn diensttijd als KNIL militair in Nederlands-Indië. Andreas laat zich beïnvloeden door die avontuurlijke kant van zijn peetoom, met als gevolg dat zijn eigen leven hem gaat tegenstaan. Hij neemt het besluit om zich eveneens aan te melden bij het KNIL. Gedurende de opleiding in Harderwijk raakt hij onafscheidelijk bevriend met Midas Korter en samen worden ze uitgezonden naar het eiland Java in Nederlands-Indië. Enkele maanden later worden Andreas en Midas met het schip de Gouverneur-generaal Loudon overgeplaatst naar het opstandige gebied Atjeh. Kort na het vertrek gaat het vreselijk mis. Tijdens de doorvaart van Straat Soenda raken zij van 26 op 27 augustus 1883 betrokken bij een desastreuze vulkaanuitbarsting op het eiland Krakatau. Het is een natuurramp die met onvoorstelbaar veel geweld gepaard gaat en beide vrienden van de ene verschrikking, in de andere brengt. Van avontuur is dan al lang geen sprake meer... Bron: Flaptekst, uitgeversinformatie