Doelgroep

Pedagogisch medewerkers in de kinderopvang, peuterspeelzaal of voorschool, die werken met kinderen van 0-4 jaar.

Doel

De pedagogisch medewerkers zijn in staat om op een interactieve manier baby’s, dreumesen en peuters voor te lezen.

Beoogde resultaten

De pedagogisch medewerkers:

• krijgen inzicht in hoe de leesontwikkeling verloopt bij 0 tot 4-jarigen;
• kunnen het juiste boek kiezen, passend bij de fase van de leesontwikkeling;
• weten hoe ze interacties kunnen richten op verschillende doelen;
• leren alert te zijn op de initiatieven die kinderen nemen in de omgang met boeken en weten hoe ze daar adequaat op kunnen reageren;
• leren hoe ze voorlezen tot een rijke en plezierige activiteit kunnen maken;
• kunnen voorleesroutines creëren.

Opbouw training

De training bestaat uit twee bijeenkomsten van elk 2,5 uur.

Bijeenkomst 1: Interactief voorlezen aan baby’s en dreumesen

• Leesontwikkeling 0 tot 2-jarigen
• Boeken voor 0 tot 2-jarigen
• Hoe lees je interactief voor aan baby’s en dreumesen?
• Voorleesroutines

Bijeenkomst 2: Interactief voorlezen aan peuters

• Leesontwikkeling 2 tot 4-jarigen
• Boeken voor 2 tot 4-jarigen
• Hoe lees je interactief voor aan peuters?
• Voorleesroutines

Omdat een bijeenkomst van 2,5 uur te kort is om het interactief voorlezen goed te oefenen en daadwerkelijk in de vingers te krijgen, wordt de training uitgebreid met praktijkopdrachten. Een minimum van twee praktijkopdrachten per bijeenkomst is nodig voor het behalen van het certificaat. 

Tijdsinvestering

Voor de kinderopvang kan de volgende tijdinvestering gerekend worden per bijeenkomst.

• Voorbereiding: 20 minuten
• Volgen training: 2,5 uur
• Praktijkopdrachten: ongeveer 2 uur voor de minimale opdrachten

De deelnemers ontvangen na afloop van de training een BoekStartcertificaat.
De provinciale BoekStartcoördinatoren kunnen u in contact brengen met de gecertificeerde trainers van de Bibliotheek.