Marina Cvetaeva Werken
E-book
Mijn verzen komen, zoals goede wijnen, / Nog weleens aan de beurt', schreef Marina Tsvetajeva in 1913, aan het begin van haar schrijverscarrière. Zij kreeg gelijk: in Rusland is zij al jaren een van de meest gelezen dichters. Dat is niet verwonderlijk: de levenskracht van haar verzen en 'poëma's' is uitzonderlijk expressief en indringend. Internationaal gezien begint haar poëzie echter pas langzaam haar plaats te verwerven, voornamelijk omdat ze zulke buitengewone eisen stelt aan de vertalers. Voor deze uitgave van de Werken hebben vier vertalers hun krachten gebundeld, met een indrukwekkend resultaat. Zij vertaalden bijna driehonderdvijftig pagina's poëzie waarover Marko Fondse in het nawoord onder meer schrijft: 'De taal van Tsvetajeva is buitengewoon gelaagd, een kenmerk dat zij met Majakovski deelt. Zij is even vertrouwd met de Russische volkspoëzie (...) als met de oudste lagen van het Russisch en het Kerkslavisch. Archaïsmen in vocabulaire en syntaxis, ook zulke die al eeuwen in onbruik waren, komen voor naast moderne vulgarismen. Zij was er de dichter niet naar om zich haar taalgebruik voor te laten schrijven.' Jouw naam is een vogeltje in de hand, Een ijsklontje dat op de lippen brandt, Een enkele slag van de tong - dat's al. Jouw naam, slechts vier lettertjes in getal. Een bal die gevangen wordt van de grond, Een zilveren belletje in de mond, Een steentje gegooid in een stille beek, Klinkt spattend alsof ik jouw naam uitspreek, Geklikklak van hoeven voorbij het raam Scandeert in het nachtelijk uur jouw naam. De klik van de trekker op mij gericht, Spreekt helder jouw naam uit bij mijn gezicht. Jouw naam - ach, het hoeft toch ook geen betoog! - Jouw naam is een strelende kus op 't oog, Op roerloze oogleden, teer en fris, Jouw naam die een kus op het sneeuwdek is. Als sprankelend bronwater, ijzig blauw... Hoe diep is de slaap met die naam van jou. 15 april 1916 Bron: Flaptekst, uitgeversinformatie
Meer informatie
Je leent dit e-book bij de online Bibliotheek.