Silas' handen werden koud, maar hij merkte het niet. Hij dacht aan mama, die ene keer in de bus toen ze zei: 'Beloof dat je niet het bos ingaat, beloof het.' Hij had het beloofd. Maar Rinke was in het bos en ze ging iets heel stoms en gevaarlijks doen. 'Rinke!' schreeuwde hij. Silas gaat in een klein dorp in Het Zuiden wonen. Hij krijgt er nieuwe vrienden. Rinke, die bazig is. En Johanna, die blind is en tegen hem zegt: 'Vertel aan niemand wat je in het bos hebt gezien, Silas!' Bron: Flaptekst, uitgeversinformatie