Tijdens een bezoek aan Auschwitz ziet Paul Glaser in een vitrine een koffer uit Nederland staan, met daarop zijn achternaam geschreven. Het is het begin van een zoektocht naar een lang verborgen familiegeheim: de verzwegen lotgevallen van zijn tante Roosje. Roosje Glaser is een jonge Joodse vrouw uit Den Bosch die als danslerares werkt. Ze is zeer succesvol en danst in Amsterdam, Londen, Parijs en Berlijn. Wanneer de nationaalsocialisten aan de macht komen, begint voor Roosje een levensgevaarlijk avontuur. Haar eigen man blijkt een collaborateur en verraadt haar aan de nazi’s. Ze komt terecht in verschillende concentratiekampen, maar Roosje overleeft zelfs Auschwitz. Bron: Flaptekst, uitgeversinformatie
Meer informatie
Je leent dit e-book bij de online Bibliotheek.