Karel Nieburg, een geoloog krijgt de opdracht een wetenschappelijke expeditie te maken naar het Andesgebergte, samen met een andere ervaren bergbeklimmer die ook geoloog is. Voor deze expeditie heeft hij nog twee helpers nodig en hij kiest daarvoor zijn broer Lars en diens vriend Otto Kampstra, die juist hun eindexamen behaald hebben. Na de bestijging van het Andesgebergte, waar de expeditieleden een heftige sneeuwstorm meemaken, gaat de tocht verder naar de regenwouden in het brongebied van de Amazone. Daar staan ze aan diverse gevaren bloot, zoals aan de giftige pijlen die door kwaadwillende oerwoudbewoners worden afgeschoten. Ook bevrijden ze een blanke man die door een stam oerwoudnegers gevangen wordt gehouden. Tenslotte keren ze behouden thuiswaarts, nadat nog een onbekend gedeelte van Peru door Karel in kaart is gebracht en belangrijke onderzoeken op geologisch gebied tot stand zijn gekomen.