Tiliauw is de zoon van het opperhoofd van de stam der Sawia's aan de rivier de Arso in de oerwouden van Nieuw-Guinea, die door zijn vader als een echt natuurkind wordt opgevoed. Wanneer ze voor de tweede keer worden overvallen door een vijandelijke stam, slaan ze op de vlucht. Tiliauw komt terecht bij een inboorling uit Halmaheira, die met een kleine expeditie op paradijsvogels jaagt. Door deze man komt hij voor het eerst in aanraking met blanken. Van een zendeling leert hij lezen, rekenen en schrijven, maar het verlangen naar de oerwouden is zo groot, dat hij tenslotte met een andere bos-papoea en de inboorling naar zijn dorpje teruggaat.