Eggejan is in het voorgaande deel 'Ver van huis', op zoek naar zijn vader, tenslotte in Twente terechtgekomen, waar hij niet zijn vader, maar wel goede vrienden vindt. Zijn tocht leidt hem nu verder naar het Land achter de horizon: over Zwolle en Kampen kwartier. Hier vindt hij zijn oude schipper terug en reist met hem naar Delfzijl, Groningen en Friesland. In Friesland rijdt hij een gedeelte van de Elfstedentocht mee en ontdekt, dat zijn vader zich als schipbreukeling op Terschelling bevindt. Per schaats steekt hij dan de Waddenzee over, vindt zijn vader en reist met hem per vliegtuig naar Amsterdam en per taxi terug naar de boerderij van grootvader en grootmoeder, waar hen een nieuwe toekomst wacht.