In de Kazematten van Maastricht worden de vier vrienden geconfronteerd met een mysterieuze geestverschijning. Onverwachts zien ze de geest van een jonge vrouw in een witte japon verschijnen, maar enkele seconden later verdwijnt deze even onverwachts als ze verschenen is. Ze gaan op onderzoek uit en proberen aanwijzingen te vinden die deze geestverschijning verklaren. Helaas vinden ze die niet en vervolgens worden ze een week later voor de tweede keer met dezelfde geestverschijning in een ander deel van de Kazematten geconfronteerd. Tijdens het schoolreisje met de klas naar Kasteel Schaloen in Oud Valkenburg, duikt er diverse keren een breedgeschouderde man met een grote krulsnor op, die de vrienden scherp in de gaten houdt. Een confrontatie met deze man blijft niet lang uit. Na een griezeldisco hebben de vrienden ‘s nachts een afspraak met een groepje vreemde mannen met zwarte kappen op hun hoofd, waarop een vreemd symbool staat. Vreemde gebeurtenissen op het Schaloen Voetpad volgen, waarbij Claire doodsangsten voor een wild zwijn uitstaat. Langzamerhand begrijpen de vrienden wat er allemaal aan de hand is en waarom juist zij getuige waren van die twee mysterieuze verschijningen Bron: Flaptekst, uitgeversinformatie