De moderne filosofie is, sinds ze modern is, bezig met het beantwoorden van de vraag: is het mogelijk zekere kennis op te bouwen van de buitenwereld? Het is de grote triomf van de middeleeuwse filosofie dat zij op deze vraag, als uit mond, een volumineus 'JA' laat horen en de nederlaag van de moderne filosofie dat zij op deze vraag, als uit ontelbare monden, een onverstaanbaar antwoord geeft. Moderne filosofie is vooral filosofische twijfel. De geest blijft hier altijd opgesloten in de eigen schedel. In het middeleeuwse denken van Augustinus, dat het onderwerp is van onderliggende tekst, is de ons omringende werkelijkheid doordrenkt van de geest en kan de mens deze aanwezigheid voortdurend gewaar worden. Augustinus ziet een altijd geestrijke werkelijkheid. Begrip van deze werkelijkheid leidt ons niet naar een andere, abstracte werkelijkheid, maar naar een weidser zicht op de ene werkelijkheid. Het is om deze reden dat ook Sint-Franciscus niet alleen naar de engelen luisterde, maar ook naar de vogels. Mogelijk dankzij de cirkelende beweging van de tijd kan deze gedachte van Augustinus, deze oude, middeleeuwse gedachte, ons weer als iets geheel nieuws gaan toeschij-nen. De gedachte is zo-oud dat zij als iets volstrekt nieuws kan oplichten. De gedachte is zo waar dat zij aan de tijd is ontglipt. Bron: Flaptekst, uitgeversinformatie
Meer informatie
Je leent dit e-book bij de online Bibliotheek.