Een hopeloos geval, daar zag het vanaf het begin naar uit. Vijftien jaar oud, sinds zijn zevende geen woord gezegd, weggestopt in een inrichting, ver achter bij zijn leeftijdgenoten, verlamd door vreemde angsten. Zo treft Torey Hayden Kevin aan, verscholen onder de tafel, onbereikbaar. Wanneer ze, te hulp geroepen als deskundige voor kinderen die niet meer spreken, dit 'geval' onder haar hoede neemt, beseft ze nauwelijks wat een enorm karwei haar te wachten staat. Met haar uitzonderlijk vermogen zich in te leven in de gedachtenwereld van gestoorde kinderen, dat ook uit haar eerdere boeken blijkt, slaagt zij erin de jongen aan het praten te krijgen, eerst alleen tegen haar, later ook tegen anderen. Maar dat is nog maar het begin. De wereld vol mishandeling en wreedheid die Kevin met zijn zwijgen in bedwang gehouden had, komt nu geleidelijk aan het licht, tegelijk met zijn grenzeloze haat tegen zijn stiefvader. In de loop van haar bemoeienis met Kevin brengen zijn uitbarstingen van gewelddadigheid en de lange periodes van stilstand en zelfs achteruitgang Torey Hayden vaak aan het twijfelen of er ooit iets met hem te bereiken valt en of ze het niet beter kan opgeven, zoals de rest van zijn omgeving heeft gedaan. Ze houdt echter vol, en dank zij haar inzet wordt de jongen eindelijk verlost van het gruwelijke geheim dat zijn leven tot dan toe heeft beheerst. Originele titel: Murphy’s boy, vertaald door Stanneke Wagenaar. Bron: Flaptekst, uitgeversinformatie