Het zomerhuisje dat Nina Burton erft is in slechte staat. Als ze begint met de renovatie, merkt ze dat ze niet de enige bewoner is: de dakisolatie vormt een warm nest voor een eekhoorn, aan de deur hangt een bijennest, en het gehamer aan het huis krijgt al snel een echo in het driftige getimmer van een specht. De dieren in haar nabijheid vormen de aanleiding tot aanstekelijke anekdotes. Wist je bijvoorbeeld dat er in totaal meer mieren zijn dan het aantal seconden dat is verstreken sinds de oerknal? Of dat eekhoornvrouwtjes na elke voeding de buikjes van hun zuigelingen likken en masseren, om zo de spijsvertering op gang te houden? Of dat de zucht naar het zuiden zo sterk is dat niets trekvogels tegenhoudt: zo is er het verhaal van de vleugellamme ooievaar die 150 kilometer op zijn ranke poten aflegde. Deze en vele andere verrassende anekdotes over de dieren waarmee Burton haar huis deelt, verweeft de bekroonde en bejubelde Zweedse schrijfster met wetenschappelijke en filosofische beschouwingen. Bron: Flaptekst, uitgeversinformatie
Meer informatie
Je leent dit e-book bij de online Bibliotheek.