Lidwi de Groot, auteur van o.a. Dat doet ze anders nooit en Gewoon een tussenvorm, beschrijft in deze roman de belevenissen van Vicky, een vrouw met een onmogelijk te negeren afkeer van seks en alles wat daarmee te maken heeft, zoals lokferomonen (die ze kan ruiken) en wervend gegiechel of zoekende blikken. Ze is meer dan alleen maar aseksueel. Het is niet alleen een gebrek aan lust, haar weerzin tegen seks maakt dat ze elke lichamelijke intimiteit onsmakelijk vindt. Bijvoorbeeld tongzoenen, dikke kans dat ze dan moet kokhalzen. Vicky heeft beslist geen hekel aan mannen, behalve als zij denken dat ze haar van haar afkeer kunnen genezen met hun machtige toverstaf. In haar koelkast bewaart ze het oor van een man die dat tegen haar wil geprobeerd heeft. Kinderen in de kleuterleeftijd spelen een belangrijke rol in haar leven. De beschrijvingen van de relatie tussen Vicky en de kleuters uit haar voorleesgroep behoren tot de hoogtepunten uit dit boek. Bron: Flaptekst, uitgeversinformatie