Het Huis van Oranje is de uitverkoren familie die, uitsluitend op grond van geboorte, de bijzondere plaats krijgt toebedeeld die het in het Nederlandse bestel inneemt. Zo is het in onze Grondwet geregeld. Waarom is ons koningshuis zo populair? Niet alleen in Nederland, maar ook daarbuiten. Waarom genieten de Oranjes de status van popsterren? Waaraan hebben ze die verering verdiend? Ligt het aan hun prestaties? Hun capaciteiten? Historicus Gerard Aalders onderzoekt de wijdverbreide adoratie voor onze koningen: Willem I, II en III, onze koninginnen (Wilhelmina, Juliana en Beatrix) en tenslotte Willem-Alexander. Ook de echtgenoten en echtgenotes van ons staatshoofd krijgen de nodige aandacht. Want zonder partner geen kroonopvolger en dat kan het einde van de monarchie betekenen: de nachtmerrie van iedere dynastie. Aalders vraagt zich af welke redenen er zijn om de monarchie te continueren. Strikt gemeten naar haar verdiensten voor ons land en ontdaan van alle franje. Hij duikt daarvoor in de roerige geschiedenis van ons koningshuis, doet bijzondere ontdekkingen en komt tot opvallende conclusies. 'Juist uit de erfelijkheid van de koningsfunctie blijkt de volstrekte onbelangrijkheid: het doet er niet toe wie koning is, laten we dus afspreken het oudste kind van de vorige koning te nemen.' - Hugo Brandt Corstius Bron: Flaptekst, uitgeversinformatie
Meer informatie
Je leent dit e-book bij de online Bibliotheek.