Het is 1998, en de wereld wordt geteisterd door een ziekte waar geen enkele remedie tegen bestaat: aids. Diep in het regenwoud van Brazilië vreest biochemicus Joe Malone voor zijn leven. Hij weet dat zijn vijanden voor niets terugdeinzen om de geneeskrachtige planten die hij heeft ontdekt in handen te krijgen. Op een dag wandelt Summer Shepherd over de campus van de universiteit waar ze Milieukunde doceert als ze door vijf mannen in een auto wordt geduwd. Drie dagen lang wordt ze vastgehouden. Een afschuwelijke nachtmerrie, die nog niet ten einde is als blijkt dat haar oude vriend Joe Malone in ruil van haar vrijlating aan haar ontvoerders is uitgeleverd. Maar dat is nog niet alles. De FBI én haar eigen vader, minister van Buitenlandse Zaken Shepherd, lijken te denken dat ze zelf haar kidnapping heeft geënsceneerd. Bovendien dreigt Joes verdwijning in de doofpot te verdwijnen. Omdat zijn overlevingskansen steeds kleiner worden, besluit Summer hem zelf op te sporen. Voor ze het weet, wordt ze meegezogen in een wereld waarin alles ondergeschikt is aan blinde hebzucht... en de onverzadigbare honger naar macht. Bron: Flaptekst, uitgeversinformatie