Anaïs is nog maar kort geleden bevallen van een tweeling als ze op een vreselijke dag ontdekt dat haar man een einde heeft gemaakt aan zijn leven. Haar leven bestaat vanaf dat moment uit enkel zorgen. Ze mist haar man, heeft geen antwoord op de verbijsterende vraag: waarom, en loopt voortdurend tegen allerlei problemen aan. De zorg voor de tweeling rust nu helemaal op haar. De nabestaandenuitkering is onvoldoende om van te leven en het ergste van alles: haar schoonouders verwijten haar dat hun zoon zo ongelukkig was dat hij voor de dood koos. Maar Anaïs beseft dat haar kinderen haar nodig hebben en daaruit put ze de kracht om verder te gaan, alle zorgen onder ogen te zien en te proberen toch weer een waardevol leven op te bouwen. Er blijken toch mensen te zijn, die haar nog kunnen laten lachen. Gerda van Wageningen heeft sinds 1979 negentig boeken geschreven: historische romans, waarin het plattelandsleven een grote rol speelt en hedendaagse familieromans. Ze woont al ruim 35 jaar in de Hoeksche Waard en werd in 2005 benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau.