Charles Darwins evolutietheorie dwingt ons te erkennen dat we bestaan zonder zin of reden, dat we zijn voortgebracht door een proces dat geen goedheid kent. Dit boosaardig proces schept bij middel van pijn en dood en het zorgt ervoor dat een diep egoïsme de kern vormt van al wat leeft. Het Heelal heeft ons voortgebracht, maar het is onverschillig voor ons lot. Het heeft ons niet gewenst en het bemint ons niet. Van God is al helemaal geen sprake! Dat is de diepe boodschap van Darwins theorie. De wetten van de biologie maken echte goedheid onmogelijk. Ze zorgen ervoor dat bedrog, wederzijdse uitbuiting en wreedheid onontkoombare componenten van alle menselijke betrekkingen zijn. Het verdriet over het boosaardige en vooral zinloze proces van evolutie is het verdriet van Darwin en alle waarheidzoekers zullen het vroeg of laat moeten delen. In dit boek beschrijft psycholoog Jan De Laender aan de hand van de biografie van Charles Darwin (1809-1882) de invloed van de evolutietheorie op de menswetenschappen. Hij benadrukt dat achter het rationalisme, dat eigen is aan het evolutionaire denken en dat ons kan bevrijden van het waandenken van iemand als Freud of Lacan, niet alleen pijn, maar ook veel troost zit verscholen. De toekomst van de menswetenschappen, zoals de psychologie, zit niet in de erfenis van het ongebreidelde waandenken van de twintigste eeuw, maar in het rationalisme van Darwin en zijn medestanders. Over de auteur: JAN DE LAENDER was doctor in de psychologie. Tot voor kort doceerde hij aan de Europese Hogeschool Brussel (EHSAL) en aan de Lessius Hogeschool te Antwerpen. Hij is een korte tijd televisiejournalist geweest bij de Vlaamse Radio en Televisie (VRT), de toenmalige BRT. Hij schreef eerder Het hart van de duisternis. Psychologie van de menselijke wreedheid (1996).
Meer informatie
Je leent dit e-book bij de online Bibliotheek.